We leven in een prestatiemaatschappij, goede cijfers halen op school, carrière maken met als beoogd resultaat een goed en gelukkig leven. Maar dit is geen garantie. Tegelijk zegt de Bijbel dat je je talenten niet moet begraven. Een juiste balans is een uitdaging. We hebben een “puzzel” gemaakt (zie bijgaand, in willekeurige volgorde weergegeven). De opdracht: leg deze van meest naar minst belangrijk. Niet voor iedere tiener even eenvoudig. Daarna hebben we Matheus 25: 14-30 gelezen. Dit is de gelijkenis over de talenten. Iedereen krijgt verschillende talenten en mag aan het werk met wat hij of zij gekregen heeft. We hebben besproken wat talent is, hoe je je talent kan zien en dat je talent mag laten groeien. Daarnaast besproken welke talenten zou je inzetten om “goed” te doen? De “inzet” of het “doen” heeft een nuance verschil, wat de tieners elkaar hebben uitgelegd. Het meeste eruit halen is niet gelijk aan het beste resultaat, zo staat in Leviticus 23:22. Want wat doen we voor een ander? Ons talent gebruiken en goed doen is een uitdaging, wanneer we de balans vinden is dat fijn. Als dat lastig is mag je om hulp vragen aan je omgeving of bijvoorbeeld in gebed. De tieners zijn de week ingegaan met de vraag: Welk talent heb je, voor wie zet jij je talent in en wie je om hulp vraagt als iets nog niet lukt. Met de afsluiting hebben we hier voor gebeden. Tot de volgende tienerkerk op 8 januari.